'Op mijn zestiende had ik al mijn eerste aanvaring met bestuur van Ajax'
Johan Cruijff en Wim Jansen zijn allebei van na de oorlog. Vooral bij het clubicoon van Ajax begon zich een rechtsgevoel te ontwikkelen in een tijd dat er in de maatschappij veel moest veranderen. Cruijff wilde vooral dingen verbeteren. "Op mijn zestiende had ik al mijn eerste echte aanvaring met het bestuur van Ajax. Ik verdiende 50 gulden per week…", legt Cruijff vrijdag uit in De Telegraaf.
"Had jij 50 gulden? Ik kreeg 30 gulden", reageert Jansen, clubicoon van Feyenoord, in het dagblad. "Dat was mijn eerste contract, dat ik in 1963 tekende. Toen ik een jaar ouder was, kreeg ik 40 gulden." Cruijff: "Misschien kreeg ik ook wel 40 gulden. Dan speelde ik als jeugdspeler mee met het eerste elftal en die jongens kregen premies voor overwinningen. Dus zei ik: ’Waar is mijn premie?’ ’Nee’, zei het bestuur dan, ’jij hebt een jeugdcontract’. Zei ik: ’Maar ik speel toch in het eerste? Wat heeft dat ermee te maken dat ik een jeugdcontract heb?’ Het bestuur was niet te vermurwen."
"’Jij hebt geen recht op premies’, hielden ze vol. Ik naar de trainer. ’Waarom stel je mij op? Toch om te winnen?’ ’ Ja, ik wil natuurlijk wel winnen’, zei de trainer. ’Nou’, zei ik, ’dan krijg ik vanaf nu die premie!’ Het was mijn eerste grote aanvaring en uiteindelijk kreeg ik gelijk, hè." Voetbal was toentertijd nog geen vak. "Ik speelde voor het Nederlands elftal. Gingen we op reis naar een of ander land, bleek dat iedereen van de KNVB was verzekerd voor het geval het vliegtuig naar beneden zou flikkeren. Behalve wij, de spelers! Met als reden: jullie werken niet bij de KNVB. Toen werd ik gek", haalt Cruijff als voorbeeld aan.