Klaar om de draad weer op te pakken

22-09-2012 16:59

Derk Boerrigter had dinsdagavond na de ontmoeting met Borussia Dortmund (1-0) de pech dat hij urenlang niet kon plassen tijdens de dopingcontrole. De inmiddels weer topfitte aanvaller bleef tot diep in de Duitse nacht in het stadion van Dortmund en reed uiteindelijk met Ajax’ huisfotograaf en de dokter mee terug naar Amsterdam. Achteraf bezien was het slechts klein leed, want Boerrigter heeft het afgelopen jaar wel grotere tegenslagen gekend.

Rust en geduld vormden lange tijd zijn enige medicijn. Daarna kwam het krachthonk in beeld. Hij werkte zich er uit de naad, alles om zijn gepijnigde rug weer klaar te maken voor topvoetbal. En twee weken terug in Heerenveen stond hij er dan eindelijk weer, aan de aftrap van een Eredivisie-duel. ,,Mijn eerste doel is nu om weer een vaste basisspeler te worden zoals ik dat was voor mijn blessures.”

De spectaculaire ontmoeting tussen Heerenveen en Ajax was twee weken geleden de wedstrijd waarin Boerrigter zijn rentree maakte als basisspeler bij Ajax. Bijna een jaar deed de linksbuiten erover om volledig te herstellen van twee opeenvolgende, hoogst onfortuinlijke rugblessures. ,,Het is waarschijnlijker dat je de loterij wint dan dat dit je overkomt”, zegt hij over de breukjes die hij in twee verschillende ruggenwervels opliep. ,,De eerste keer dat het misging, was ergens in het najaar. Na een training waarbij ik veel nadruk had gelegd op het schieten met rechts, voelde ik irritatie in mijn onderrug. Dat werd langzaam maar zeker steeds vervelender. Uiteindelijk leerde onderzoek in het ziekenhuis dat er een haarscheurtje in een uitstulping van mijn onderste wervel zat.” Boerrigter kreeg rust voorgeschreven.

n zijn tweede periode bij Ajax beleefde Boerrigter vorig seizoen een vliegende start. In de voorbereiding veroverde hij gaandeweg het vertrouwen van trainer Frank de Boer, om vervolgens als basisspeler drie keer te scoren in de eerste vier competitieduels. Het ging crescendo, tot die vermaledijde rug begon op te spelen. Half november trof hij als invaller nog doel tegen NAC, maar daarna was Boerrigter bijna een half jaar veroordeeld tot een rol als toeschouwer. Dat zijn herstel zo lang zou vergen, was niet direct duidelijk.

In december vorig jaar leek een rentree al aanstaande; tegen ADO Den Haag mocht hij zelfs weer op de bank plaatsnemen. Maar dat bleek uiteindelijk prematuur. Het zou nog tot april duren voor hij weer aan spelen toekwam. Eerst een invalbeurt in Heerenveen, daarna meteen weer drie goals in twee wedstrijden, tegen De Graafschap en FC Groningen. En juist toen de feestelijke climax werd ingezet, op visite bij FC Twente, waar Ajax officieus zijn landstitel prolongeerde, ging het voor Boerrigter andermaal mis. ,,Ik viel in die wedstrijd hard op mijn rug. Naderhand bleek dat ik weer een breukje had opgelopen in een wervel, maar dit keer wat hoger. Echt een bizar toeval. Pure pech.”

Andermaal moest rust de remedie zijn. Heel geleidelijk werkte Boerrigter in de zomer aan zijn fitheid. Nadat de breuk was genezen, stak hij heel veel tijd en energie in het versterken van de spieren rond de gewraakte wervelkolom. ,,We zijn heel veel met core stability beziggeweest. En dat doen we nu nog steeds. Straks ga ik voor de groepstraining ook weer het krachthonk in voor een pilatessessie.”

De vleugelaanvaller voelt zich topfit, ook al heeft hij pas twee invalbeurten (tegen NEC en tegen NAC), dik zeventig minuten tegen Heerenveen, een helft tegen RKC en een hele wedstrijd (Dortmund-uit) in de benen. ,,Door meer te spelen zal ik me alleen maar beter gaan voelen. Maar het belangrijkste is nu dat ik vrijwel geen last meer heb van mijn rug. Ik speel nu zelfs zonder pijnstillers. Dat geeft wel aan dat het echt weer goed zit.”

Boerrigter put er vertrouwen uit en hoopt de komende weken de draad op te pakken waar hij hem na het eerste deel van vorig seizoen moest laten vallen. ,,Mijn eerste doel is nu om weer een vaste basisspeler te worden zoals ik dat was voor mijn blessures. En daarna is het doel om die status te behouden.”

Tekst: Maarten Dekker/foto Louis van de Vuurst