Groenendijk waarschuwt pupillen: "Weerstand stuk groter"
Bron: soccernews.nl/news
De eerste speelronde in de Jupiler League is afgelopen weekeinde begonnen, maar door de nieuwe competitieopzet is ook maandagavond een reguliere speeldag geworden.
Zo maakt Jong Ajax maandag zijn debuut op het één-na-hoogste voetbalniveau in Nederland in een thuisduel met Telstar. Trainer Alfons Groenendijk waarschuwt zijn talenten alvast voor het niveau.
Waar Jong Ajax eerst tegen leeftijdsgenoten in de beloftencompetitie uit kwam, zal het nu de krachten meten met A-selecties van diverse clubs. "In de Jupiler League is de weerstand een stuk hoger", zegt de coach, die eerder onder meer FC Den Bosch in de Jupiler League leidde. "Er wordt heel anders gevoetbald dan in de beloftencompetities. Het komt voor een groot deel aan op duelkracht en strijd. Je hebt veel meer één-tegen-één-duels en het is heel belangrijk om de tweede bal te winnen. Dat kan doorslaggevend zijn. Ook zullen veel ploegen flink druk zetten, waardoor je soms moeilijk aan voetballen toekomt."
Ook randzaken zoals media-aandacht en veel publiek zullen in de Jupiler League een nieuwe ervaring zijn voor de Ajacieden. "Betaald voetbal is wel wat anders dan de beloftencompetitie. Er komt heel wat bij kijken. We nemen het bloedserieus. Ze krijgen ook te maken met aandacht van de media, vooral van de tv. Sommige duels worden live uitgezonden. Dat zijn allerlei facetten waar ze aan kunnen wennen. En hoe houden ze zich staande als ze straks voor bijna tienduizend man spelen bij De Graafschap of Willem II? Ook dat is nieuw voor ze."
Het had weinig gescheeld of Groenendijk had niet voor de groep van Jong Ajax gestaan. Diverse clubs toonden interesse. Toch bleef hij om diverse redenen zijn werkgever trouw. "Het is niet iets waar ik mee te koop wil lopen, maar genoeg clubs hebben belangstelling getoond. Ook uit de Eredivisie. De Toekomst is een heel leerzame omgeving en bovendien is Ajax een prachtige club. Als je ziet wat hier aan voetbalkennis aanwezig is, kan ik daar alleen maar mijn voordeel mee doen. Ook de nieuwe werkwijze is voor mij als trainer interessant om bij betrokken te zijn. In de toekomst zie ik mijzelf nog wel als hoofdtrainer, maar ik zit hier voorlopig op mijn plek."