Don Leo, Swart, Rep en Mühren; iedereen is verbluft door Bernabeu
Ajax speelt vanavond in één van meest indrukwekkende stadions ter wereld, het Santiago Bernabeu. AD Sportwereld ging op zoek naar de magie van het onderkomen van Real Madrid. 'Die tribunes, dat veld, eigenlijk alleen die naam al.'
Je ziet aan Leo Beenhakker dat hij zich volkomen op zijn gemak voelt. De oud-trainer loopt ontspannen door het stadion met de handen in de zak. Maakt praatjes met bekenden. Gaat op de foto met onbekenden. Steekt een sigaartje op.
En schakelt ondertussen moeiteloos over van het Nederlands naar het Spaans. Of even naar het Engels, kan ook. 'Niet altijd is een prachtig huis een thuis', zegt 'Don Leo', 'maar Bernabéu wel. Kijk nou toch eens naar die tribunes. Leeg is het al indrukwekkend. Kun je nagaan als hier straks honderdduizend man in je nek zitten te hijgen', zegt Beenhakker, die Real Madrid als trainer in twee periodes (1986-89 en 1991-92) diende.
Don Leo' is even terug in het Santiago Bernabéu, op uitnodiging van Ajax. 'De magie van Bernabéu zit 'm in de historie. Dit stadion is altijd het toneel geweest van grote spelers, grote wedstrijden, finales, EK's, WK's. En als je hier bent, ruik je het, voel je het en proef je het. Als dat explodeert, krijgen eigen spelers een kick en kunnen tegenstanders geïntimideerd zijn. Bernabéu is voor voetballers wat Carré is voor artiesten.'
Beenhakker verkeert in goed gezelschap. Sjaak Swart is er, Bryan Roy is er en oud-speler John Rep, die namens hoofdsponsor Aegon met de businessclubleden van Ajax mee is. 'Mooi, hè. Goed dat we nu op de eerste ring zijn. Als je hier toch naar boven moet, ben je helemaal kapot', knipoogt het voormalige Goudhaantje naar boven, naar de steile tribunes. 'Wist je dat ik hier in een oefenwedstrijd eens drie keer heb gescoord?', zegt hij triomfantelijk.
Santiago Bernabéu, het stadion dat in 1947 werd gebouwd, waar clublegende Alfredo di Stefano een eigen stoel heeft, waar de tribunes bijna loodrecht omhoog lopen. Rep heeft er vaak gespeeld, met Ajax en later Valencia. 'Als je op het veld staat, lijkt het wel alsof de mensen op je af komen, zo dichtbij zitten ze.'
Op de gladgeschoren grasmat staat Ricardo van Rhijn zichtbaar te genieten. Toen Ajax ruim een jaar geleden in Bernabeu tegen Real Madrid speelde, voetbalde de rechtsback nog bij de beloften. Nu is hij vaste waarde van Ajax én Oranje en heeft hij de stadions van Manchester United, Manchester City en Borussia Dortmund al 'gehad'. 'Maar het Bernabeu stond nog op mijn lijstje. Ik denk dat je trots mag zijn als je kunt zeggen dat je hier hebt gespeeld.'
Een artiest werd Gerrie Mühren mede dankzij Santiago Bernabeu. Wereldberoemd werd de Volendammer toen hij in de halve finale van het Europa Cup I-toernooi in 1972 bijna achteloos een balletje hooghield. 'Uit respect vielen de spelers van Real me niet aan. Ik kreeg een staande ovatie', vertelt Mühren, wiens afbeelding nog altijd te vinden is in het museum in het stadion. 'Het is een tempel en behoort tot de grootste stadions ter wereld, met Wembley, Azteken, Maracaña. Alleen de naam al, Santiago Bernabeu. Klinkt prachtig. Ik hoop dat het stadion nooit meer weggaat.'