Clubicoon: 'Waar komt die euforie bij Ajax toch vandaan?'
Bron: AD Sportwereld
Piet Keizer wordt volgende week zeventig jaar. Aan terugkijken heeft de voormalige linksbuiten een broertje dood. Zijn mening geven doet hij wel. AD Sportwereld sprak met hem.
Zeventig wordt Keizer op 14 juni. Wie denkt dat slingers worden opgehangen, kent de eigenzinnige Amsterdammer niet. 'Ik denk dat ik er niets aan doe. Ik leef al jaren met de gedachte dat ik alle dagen jarig ben', zegt hij tegen AD Sportwereld.
Dat cynische is Keizer ten voeten uit. Direct. Wars van aandacht. Het licht van de schijnwerpers ontwijkt hij. Aan terugkijken heeft hij een broertje dood. 'Voetbal is van vandaag. Een klein beetje van morgen. Mijn beurt is voorbij. Af en toe roep ik iets vanaf de zijlijn. Geef ik mijn mening. Over Ajax. Daar heb ik toch een historische band mee.'
'Waar komt die euforie bij Ajax toch vandaan?'
Ajax vierde de derde titel op rij en oogstte veel lof. Keizer mengde zich niet in de polonaise. 'Waar komt de euforie bij Ajax vandaan, vraag ik me af. Ik heb geregeld op de tribune gezeten, maar ik heb me zelden vermaakt. Ze raken de bal niet kwijt hoor, maar die ging dan te veel breed en terug. Risico werd vermeden. Het was niet aantrekkelijk. Er waren dit seizoen wedstrijden waarbij ik dacht: wat heb ik hier te zoeken? Dan ging ik ook weg in de rust.'
'Het eerste elftal is wat dat betreft een afspiegeling van de jeugd. Ze spelen in een laag tempo, vaak vanuit stand, te veel in de breedte en de meesten met één been. Hoe vaak zie je niet dat een speler wordt aangespeeld aan de linkerkant die de bal dan met rechts aanneemt?', zegt Keizer tegen AD Sportwereld.
'De Boer meer coach dan trainer'
Keizer neemt Frank de Boer niets kwalijk. 'Hij doet het goed, zeker. Hij heeft al afstand genomen van zijn eigen carrière, maar is meer coach dan trainer. Dat is ook zijn opdracht: presteren met het eerste team. Ik heb niet de indruk dat hij zich sterk heeft verdiept in het verbeteren van de persoonlijke kwaliteiten van de spelers. Daar heeft hij ook geen tijd voor. Wil je je Europees manifesteren, dan moet het rendement veel hoger,' zegt Keizer, die aanvankelijk vraagtekens zette bij de kwaliteiten van Dennis Bergkamp en Wim Jonk.
'Ik kan me voorstellen dat er potentie wordt verondersteld. Dennis heb ik nu bezig gezien. Daar ben ik positief over. Hij reikt spelers daadwerkelijk iets aan, woord en daad. Hij vertelt het waarom en kan het voordoen. Is de balaanname goed, kan het meters schelen, heb je meer tijd om een hoek uit te zoeken. Ik ben ook blij dat Jaap Stam terugkomt. Dan heb je een trainer voor het pure verdedigen en één die verdedigend én in balbezit goed was. Mooier kan niet.'
Somber over Nederlands voetbal
Toch is hij somber over het Nederlands voetbal. 'Wat Ajax heeft laten zien is voldoende voor het kampioenschap. Dat is dus de norm. Een treurige constatering, het moet beter.'
Hij houdt Oranje bewust er buiten. 'De resultaten van het Nederlands elftal zijn behaald met spelers uit topcompetities in het buitenland.'
Een nieuwe generatie komt er aan, Jong Oranje telt de nodige internationals, als Daryl Janmaat, Daley Blind, Ricardo van Rhijn. 'Van Rhijn?' herhaalt hij, bijna smalend. 'Nou, ik nodig mensen uit om met mij welke wedstrijd dan ook van het seizoen te bekijken. Dan komen we wat foutjes tegen, hoor. Beelden liegen niet.'
Hij gaat evenmin mee in de lofzang op Christian Eriksen. 'Hij heeft gelukkig een vrijere rol gekregen, heeft best een redelijk seizoen achter de rug, maar hij ondersteunt zijn buitenspelers niet. Blind staat erachter. De keuze van Frank blijkt te zijn dat de buitenspelers naar binnen ruimte maken voor de aanvallende back. Nou, dan wordt het nog moeilijker voor Boerrigter.'
Complimenten aan Moisander
Hij roemt één speler, Niklas Moisander, om zijn traptechniek. 'Wordt ook bijna niet op getraind. De bal wordt vaak met de binnenkant van de voet gespeeld. Maar dat is passing. Als je toch ziet hoe krakkemikkig en houterig de bal vaak wordt aangespeeld, ploeggenoten breken bijna hun benen om aan te nemen. Moisander is tweebenig en trapt de bal. Trappen, ja. Met de wreef. Dan krijgt de bal veel meer vaart, waardoor je het tempo hoog houdt. Dan ontstaat iets wezenlijks. Ik hoop dat het technisch hart trainers vindt die zich alleen maar bezighouden met begeleiding en ontwikkeling van basistechnieken, vanaf zes jaar en misschien tot 36 jaar.'