Ajax speelt verdient 2-2 tegen Manchester City
Na de 3-1 overwinning in de eigen Amsterdam ArenA is Ajax er opnieuw in geslaagd te stunten tegen Manchester City. In Engeland sleepte de ploeg van trainer Frank de Boer een 2-2 gelijkspel uit het vuur. Door twee doelpunten van Siem de Jong stond Ajax na zeventien minuten zelfs met 0-2 voor. Die voorsprong wist het niet vast te houden, maar het behaalde gelijkspel mag ook een prestatie van formaat genoemd worden.
De druk stond er vol op voor Manchester City. Niet alleen omdat het twee weken geleden verloren had in de ArenA, maar ook omdat het in de twee wedstrijden daarvoor slechts één puntje gepakt had. Als kampioen van Engeland is City het eigenlijk aan zijn stand verplicht om de overwinteren in de Champions League, maar na drie duels balanceerde het op een heel dun koord. Dat koord zou knappen als woensdag niet de volle buit behaald zou worden tegen Ajax.
Ajax kon de borst dus nat maken, maar het beleefde een droomstart. In de eerste twintig minuten kreeg de ploeg twee corners en beide keren leverde dat een doelpunt op. Bij de eerste tikte Siem de Jong van dichtbij en uit een moeilijke hoek een halve kopstoot van Niklas Moisander binnen, bij corner nummer twee kopte diezelfde De Jong knap raak in de korte hoek. Beide keren leek Yaya Touré, de man die De Jong moest bewaken, met zijn gedachten elders te zijn.
Een debacle dreigde voor City en coach Roberto Mancini, die hevig onder druk stond, zal even gevreesd hebben dat, bij deze stand, de steenrijke clubeigenaren de dug-out in zouden komen om hem nog tijdens de wedstrijd te ontslaan. Yaya Touré zorgde er echter snel voor dat er weer hoop in de City-harten kwam. Hij draaide weg bij Ricardo van Rhijn en knalde de 1-2 binnen.
Een stand van 1-2 na amper een kwart wedstrijd; fans die later inschakelden zullen hun ogen waarschijnlijk niet geloofd hebben. Maar hoe mooi de start van Ajax met die twee goals ook was, met deze stand was er ook voor City weer van alles mogelijk. Dat de Engelse ploeg er vervolgens lang niet in slaagde de 2-2 te maken, was een groot compliment aan Ajax waard. De landskampioen voetbalde goed en toonde de bravoure die coach Frank de Boer eerder dit seizoen tegen Real Madrid zo miste.
Ajax deed niets onder voor de miljoenenploeg uit Manchester en was zelfs een paar keer dicht bij een derde treffer, maar het doelpunt viel aan de andere kant. Na een uittrap van doelman Joe Hart won invaller Mario Balotelli het kopduel en lanceerde hij Sergio Agüero, die de 2-2 achter Vermeer schoot.
De treffer van Agüero was voor City het sein om alsnog vol voor de winst te gaan. Kansen kwamen er ook, maar Vermeer redde knap op een kopbal van Balotelli. Op een inzet van Agüero twee minuten voor tijd was de keeper kansloos, maar het doelpunt van de Argentijn werd afgekeurd wegens buitenspel van aangever Kolarov. In de slotseconde claimde Balotelli nog een penalty na een duel met Van Rhijn, maar de Deense scheidsrechter Rasmussen wilde daar niet aan. Ajax hield zo stand en pakte daarmee een punt dat het, op basis van de hele wedstrijd, volledig verdient.